
van Elli Papakonstantinou, Ariah Lester, ODC Ensemble.
Holland Festival 2023 | Foto: Alex Kat
Voor deze virtuoze meertalige voorstelling maakte ik de boventitels.
Je werkt in de cultuursector en zoekt een vertaler?
Profiteer dan van de expertise die ik in meer dan dertig jaar heb opgebouwd.
Hieronder vertel ik meer over mijn werkwijze, en ik geef ook wat voorbeelden. Helemaal onderaan vind je wat klanten zoal zeggen over mijn vertaalwerk.
De cultuursector?
De cultuursector is mijn specialiteit. Mijn professionele achtergrond is
- klassieke muziek (conservatorium)
- andere podiumkunsten (vanuit werkervaring)
- literatuur (studie Italiaans, cum laude),
- filosofie (bijvak),
- geschiedenis en erfgoed (vanuit tomeloze interesse en werkervaring).
Mijn kracht als vertaler is dan ook dat ik van veel dingen in de cultuursector voldoende afweet om er een adequate vertaling van te kunnen maken, en om als dat nodig en gewenst is ook kleine vergissingen of onduidelijkheden op te lossen.

Museum Sloten - het belang van de ligging aan een doorgaande vaarweg. Behalve de research en de fondsenwerving heb ik voor dit museum ook de ondertiteling van de multimedia verzorgd en geïmplementeerd.
Foto: Margriet Agricola
Waarom een specialist?
Een specialist kan overweg met zeer sectorspecifieke vertaalproblemen. Denk aan...
- specifieke terminologie Een 'viola profonda' is geen diepe altviool of een altviool met een diepe klank, maar een apart instrument dat zowel in het Engels als in het Nederlands zijn Italiaanse benaming behoudt;
- een rommelige brontekst, zoals een script zonder interpunctie, of een verouderde speeltekst waarbij de vertaler geacht wordt de coupures of uitbreidingen in de boventiteling te verwerken;
- een onbekende context, bijvoorbeeld met betrekking tot het werk van Elfriede Jelinek, die vaak zaken aan de kaak stelt die spelen in haar thuisland Oostenrijk;
- intertekstuele of historische referenties die je bij voorkeur herkent en kunt thuisbrengen (hoe langer je dit werk doet, hoe beter dat lukt) en waar je iets mee moet: zelf vertalen of een bestaande vertaling gebruiken, en welke dan? Zie ook het voorbeeld hiernaast c.q. hieronder (alleen op grotere schermen zichtbaar).

De Statenbijbel (1637) is de eerste officiële Nederlandse vertaling van de Bijbel. De synode achtte het destijds noodzakelijk om over een goede, eigen (hervormde) vertaling te beschikken, die zo dicht mogelijk bij de brontalen aansloot, naar het voorbeeld van de King James Version (1611).
Voor geestelijke muziek uit die periode zou je in de verleiding kunnen komen om voor de vertaling te putten uit deze Statenbijbel , maar je moet eerst een aantal dingen zorgvuldig overwegen:
- Uit welke denominatie komt de te vertalen tekst? Een Italiaanse compositie zal hoogstwaarschijnlijk voortkomen uit de katholieke traditie en mag daarom niet vertaald worden met behulp van een protestantse bijbeltekst.
- En als de tekst wel uit de protestantse traditie stamt, moet je alsnog beslissen welke uitgave je het beste kunt raadplegen, aangezien de Statenvertaling door de eeuwen heen talloze revisies heeft ondergaan. De meest recente is van 2010.
Foto: Wikipedia Creative Commons
Bonus: een mooie layout
Als je dat wenst, kan ik je brontekst en/of de Nederlandse vertaling ervan opmaken. Als ik dat doe in Word is het resultaat een overzichtelijk en document met een prettige en consistente lay-out. Als ik het doe in InDesign, wordt je tekst professioneel opgemaakt en verfraaid.
Heb je gewoon een nette tekst nodig, dan krijg je uiteraard precies dat: een onberispelijk document zonder overbodige opmaak of verborgen sporen van eerdere kopieer- en plakacties die je later mogelijk in de weg zitten.

Voorbeelden
Hieronder vind je een selectie van door mij vertaalde teksten die je kunt inzien. Ik heb gestreefd naar een representatieve mix: korte en wat langere teksten, poëzie en proza, theaterteksten en filosofie, uit verschillende brontalen.
Let op: om je in staat te stellen de vertaling te vergelijken met het origineel, heb ik bij de eerste twee voorbeelden een tabel gebruikt (links het origineel, rechts de vertaling), maar dat werkt niet goed op kleine schermen. Je kunt daarom voor het bekijken van die eerste twee voorbeelden het beste een groter scherm gebruiken. Kijk je toch op telefoon, draai dan in ieder geval je scherm.

Bij de vertaling van liedteksten voor programmaboekjes komt het erop aan zo letterlijk mogelijk te vertalen. Het publiek moet immers de tekst kunnen volgen. Maar het blijft natuurlijk (meestal) poëzie, en de uitdaging is dan om ook te vertaling poëtisch te houden door toch in ieder geval metrum of alliteratie te behouden. Om het dan ook nog op rijm te krijgen is vaak lastig, maar soms lukt dat ook nog aardig.
Nachtegaaltje, Holland Festival 2009
Rossignolet du bois, rossignolet sauvage, apprends-moi ton langage, apprends-moi-z à parler, apprends-moi la manière comment il faut aimer. |
Kleine wilde nachtegaal, kleine vogel van het bos, leer mij toch op welke wijze men een meisje minnen moet, leert u mij uw mooie liedjes, leer mij hoe men zoiets doet. |
Comment il faut aimer |
Hoe men 't beste kan beminnen zal ik u gaarne openbaren: men kan het best aubades brengen twee uur na´t midden van de nacht, en dan moet men zingen: schone ´k hoop dat u smachtend op mij wacht. |
On m'avait dit, la belle que vous avez des pommes, des pommes de renettes qui sont dans vot' jardin. Permettez-moi, la belle, que j'y mette-la main. |
Men heeft mij over u verteld, uw mooie appeltjes geroemd; die kostelijke appeltjes in uw tuintje naar men zegt, sta toch toe, o schone, dat de zanger daar zijn hand op legt. |
Non, je ne permettrai pas que vous touchiez mes pommes, prenez d'abord la lune et le soleil en main, puis vous aurez les pommes qui sont dans mon jardin. |
Nee, ik sta u echt niet toe dat u mijn appeltjes beroert, plukt u eerst de volle maan en de zon maar in uw mand, want pas dan krijgt u de appels uit mijn tuintje in uw hand. |

Galileo Galilie's 'Brief aan groothertogin Christina'
Verschenen in Kijker, kerk en kosmos, 2017, Athenaeum
Oriëntatie op de brief
Galilei had met Sidereus nuncius [Boodschap van de sterren] duidelijk blijk gegeven van zijn copernicanisme, en hoewel zijn tekst ook kon duiden op het wereldsysteem van Tycho Brahe waarin de aarde onbeweeglijk in het midden stond (meer daarover verderop), begrepen de meesten waar Galilei mee bezig was. De lagere geestelijkheid, vooral in Florence, begon te roepen dat Galilei er ketterse ideeën op na hield, en in Rome begon de Inquisitie Galilei's activiteiten nauwgezet te volgen. Door zijn beroemdheid werd Galilei, toch al behoorlijk goed van de tongriem gesneden, ietwat overmoedig en zeilde hij scherp aan de polemische wind. En zo werd iets dat in Padua en Venetië door Galilei en zijn vrienden enkel privé besproken werd, in Florence het onderwerp van heftig debat op de publieke pleinen. Galilei's welsprekendheid, af en toe misschien geolied door Toscaanse wijn, had tot gevolg dat ook in de Medici-familie de moeilijkheid om de heliocentrische theorie te verenigen met de Heilige Schrift onderwerp van gesprek werd. En dus moest Galilei zijn mening op hoog niveau verdedigen. Zijn 'Brief aan Christina van Lotharingen', de vrome moeder van Galilei’s broodheer Cosimo de’ Medici, was oorspronkelijk geschreven als een persoonlijke brief aan een van zijn studenten, maar toen die in handen kwam van zijn vijanden was Galilei gedwongen een uitgebreide versie te schrijven die destijds weliswaar niet in druk verscheen maar niettemin wel was bedoeld om onder het publiek verspreid te worden. In deze beroemde Lettera alla Madama Cristina di Lorena, granducchessa di Toscana, geschreven in 1615, bepleit Galilei wat hij beschouwt als de meest adequate en zekere werkwijze om te komen tot een correcte interpretatie van natuurwetenschappelijke uitspraken in de Schrift, met de bedoeling het dreigende verbod op de leer van Copernicus af te wenden. De brief had het tegenovergestelde effect, want hij leidde direct naar het besluit in Rome om de copernicaanse theorie te verwerpen, niet alleen omdat die niet spoorde met Bijbelse teksten, maar ook omdat ze wetenschappelijk absurd werd geacht. En nu werd De revolutionibus ook op de index van verboden boeken geplaatst ‘totdat het gecorrigeerd was’. Galilei zelf werd bij die gelegenheid niet persoonlijk gestraft, maar wel werd het hem officieel verboden deze theorie te geloven en te onderwijzen. De Brief aan groothertogin Christina was dus een mijlpaal op de weg naar het uiteindelijke proces tegen Galilei en zijn veroordeling in 1633. Het is ook de opstap naar zijn meesterlijke pleidooi voor de copernicaanse leer: zijn Dialoog over de twee voornaamste wereldsystemen, vertaald door Hans van den Berg en door Athenaeum uitgebracht in 2012.
Over de vertaling
Galilei schreef de Brief aan groothertogin Christina in het Italiaans, maar hij was gewend dergelijke teksten in het Latijn te schrijven. Nu is het Latijn met zijn uitgebreid systeem van naamvallen en werkwoordsvormen een heel compacte taal waarin je je heel precies kunt uitdrukken en lange zinnen kunt maken die toch goed te lezen zijn. In talen zonder naamvallen en met een beperkter vervoegingssysteem (zoals het Italiaans en in nog sterkere mate het Nederlands) is dat lastiger: om hetzelfde uit te drukken heb je meer persoonlijke voornaamwoorden, hulpwerkwoorden en voorzetsels nodig. Dat leidt op zich al tot langere zinnen, maar daar komt in dit geval nog bij dat Galilei de Brief aan groothertogin Christina veel omzichtiger moest formuleren dan het Bericht van de sterren dat hij acht jaar eerder schreef: hij moest gezien de situatie op eieren lopen, en dat leidt tot formuleringen als ‘zo het mij vergund is mijn mening te geven’ of ‘het lijkt mij dan ook alleszins redelijk te veronderstellen dat…’ et cetera en ook tot een relatief overvloedig gebruik van de aanvoegende en de voorwaardelijke wijs.
Desondanks zijn de extreem lange zinnen die Galilei componeert nog altijd helder en elegant. Ik heb geprobeerd om die elegante duidelijkheid ook in het Nederlands te handhaven, maar het is onvermijdelijk om soms een concessie te doen. Het spreekt immers voor zich dat de vertaling op de eerste plaats goed en leesbaar Nederlands moet zijn en dat de inhoud correct wordt weergegeven. Om dat te waarborgen heb ik toch af en toe zinnen moeten splitsen of omwerken. In de overdaad aan aanvoegende en voorwaardelijke wijs zou ik normaal gesproken wat gesnoeid hebben, maar aangezien Galilei daar in dit geval goede redenen voor had heb ik al die ‘wijzen’ toch zoveel mogelijk gehandhaafd. Als de vertaling vervolgens toch nog elegant is, is dat vooral te danken aan de kwaliteit van Galilei’s proza: dat is zo goed gestructureerd dat het in al zijn complexiteit prima vertaalbaar bleek.
Dit boek is een coproductie van Albert van Helden, Steven van Impe en mijzelf. Voor deze uitgave heb ik de 'Brief aan groothertogin Christina' vertaald en een deel van de toelichting geschreven.
Eerste alinea's van de brief
Alla Serenissima Madama La Gran Duchessa Madre |
Aan de doorluchtige groothertogin-moeder |
||||||
Io scopersi pochi anni a dietro, come ben sa l'Altezza Vostra Serenissima, molti particolari nel cielo, stati invisibili sino a questa età; |
Zoals Uwe Doorluchtige Hoogheid welbekend is, heb ik enkele jaren geleden aan de hemel vele bijzonderheden ontdekt die tot dan toe onbekend waren. |
||||||
li quali, sì per la novità, sì per alcune conseguenze che da essi dependono, contrarianti ad alcune proposizioni naturali comunemente ricevute dalle scuole de i filosofi, mi eccitorno contro non piccol numero di tali professori; quasi che io di mia mano avessi tali cose collocate in cielo, per intorbidar la natura e le scienze. |
Omdat deze ontdekkingen zo nieuw zijn en de consequenties die eruit voortvloeien ingaan tegen bepaalde natuurfilosofische leerstellingen zoals die onderwezen worden aan de scholen van de filosofen, heb ik mij de woede op de hals gehaald van heel wat professoren - alsof ik deze verschijnselen eigenhandig in de hemel heb geplaatst met de bedoeling in de natuur en in de wetenschap verwarring te zaaien. |
||||||
E scordatisi in certo modo che la moltitudine de' veri concorre all'investigazione, accrescimento e stabilimento delle discipline, e non alla diminuzione o destruzione, e dimostrandosi nell'istesso tempo più affezionati alle proprie opinioni che alle vere, scorsero a negare e far prova d'annullare quelle novità, delle quali il senso istesso, quando avessero voluto con attenzione riguardarle, gli averebbe potuti render sicuri; |
En deze lieden, die lijken te zijn vergeten dat de veelheid aan waarheden eerder bijdraagt aan het onderzoek, de ontwikkeling en de betrouwbaarheid van de wetenschap dan dat ze daarvoor een belemmering zou vormen of haar zou ondergraven, en die er tegelijkertijd blijk van hebben gegeven meer gehecht te zijn aan hun persoonlijke mening dan aan de waarheid, zijn er nu toe overgegaan deze noviteiten te ontkennen en met tegenbewijzen teniet te doen, terwijl zij zich, als zij de moeite hadden willen nemen alles zorgvuldig te bestuderen, met hun eigen zintuigen van de juistheid ervan hadden kunnen overtuigen. |
||||||
e per questo produssero varie cose, ed alcune scritture pubblicarono ripiene di vani discorsi, e, quel che fu più grave errore, sparse di attestazioni delle Sacre Scritture, tolte da luoghi non bene da loro intesi e lontano dal proposito addotti: |
Met dit oogmerk hebben zij verschillende zaken naar voren gebracht en enkele geschriften gepubliceerd die vol staan met inconsistente beschouwingen en – wat erger is – gelardeerd zijn met citaten uit de Heilige Schrift die zij geplukt hebben uit passages die zij niet goed begrepen hebben en die op verre van gepaste wijze worden aangevoerd. |
||||||
nel quale errore forse non sarebbono incorsi, se avessero avvertito un utilissimo documento che ci dà Sant'Agostino intorno all'andar con riguardo nel determinar resolutamente sopra le cose oscure e difficili ad esser comprese per via del solo discorso; |
Wellicht zouden zij deze vergissing niet hebben begaan indien zij een uiterst nuttig advies ter harte hadden genomen van de Heilige Augustinus, die ons maant de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht te nemen bij absolute uitspraken over lastige zaken die met enkel redeneren moeilijk te doorgronden zijn. |
||||||
mentre, parlando pur di certa conclusione naturale attenente a i corpi celesti, scrive così: Nunc autem, servata semper moderatione piæ gravitatis, nihil credere de re obscura temere debemus, ne forte quod postea veritas patefecerit, quamvis libris sanctis, sive Testamenti Veteris sive Novi, nullo modo esse possit adversum, tamen propter amorem nostri errori oderimus. [Augustinus, De Genesi ad literam, II, in fine] |
Want met betrekking tot een specifieke natuurwetenschappelijke conclusie over een van de hemellichamen schrijft ook hij immers: ‘Wij doen er dus verstandig aan om altijd een respectvolle en voorzichtige matiging te betrachten, en ten aanzien van iets dat onduidelijk is niets ondoordacht voor zeker aan te nemen, opdat wij niet wegens een al te grote gehechtheid aan onze vergissing datgene zullen afwijzen waarvan later zou kunnen worden aangetoond dat het waarlijk in geen enkel opzicht in tegenspraak is met de Heilige Boeken, noch met die van het Oude Testament, noch met die van het Nieuwe.’ [Augustinus, Over de letterlijke interpretatie van Genesis, tweede boek, aan het eind] |

Giorgio Agamben, Fabel en geschiedenis. Beschouwingen over de kerststal
Verschenen in Feit & Fictie, V/3, 2001-2002
In dit essay bespreekt de bekende Italiaanse filosoof Agamben aan de hand van de Italiaanse kerststallen (zoals die sinds de Barok vooral in Napels worden gemaakt) de overgang van mythe, via de fabel, naar geschiedenis. In de mythe waren goden en het noodlot bepalend, en de fabel schiep met zijn sprekende dieren de mogelijkheid voor de overgang naar de geschiedenis waaraan de mens zelf vorm kan geven.
De lastige tweede alinea van de tekst legt een drempel die de lezer eerst moet nemen, want voordat de auteur iets kan zeggen over de transformatie van mythe tot geschiedenis, moet hij de eerdere overgang beschrijven waarin de mythe zich bevrijdt van de mysteriën en deze omzet in betovering. Omdat de mythe met die betovering nog steeds niet is losgekomen van de stilte van de mysteriën, moet deze 'stomme fabel' dus het woord zien te vinden. En aangezien in de fabel met zijn betoveringen de mens dat nog niet kan, neemt in eerste instantie de natuur bij monde van sprekende dieren het woord. In de fabel spreekt dus wat niet kan spreken (de natuur) en zwijgt wat wel kan spreken (de mens): natuur en mens (geschiedenis) verwisselen van plaats. Maar telkens wanneer aldus de natuur het woord neemt, wordt paradoxaal genoeg de historiciteit, dat wil zeggen de mogelijkheid tot verandering die inherent is aan elke overgang, blootgelegd, en dat is de reden dat Agamben zegt dat de fabel zijn eigen onttovering voorspelt. Het is dus de fabel die de overgang van mythe naar geschiedenis mogelijk maakt, en deze voorspelling is niets minder dan een messiaanse belofte, namelijk de belofte van de terugkeer van God als mens op aarde. (Met dank aan Hans Vandevoorde, die de inleiding bij de Nederlandse vertaling van dit essay verzorgde.)
Begin van het essay
Om iets te begrijpen van de kerststal moeten we in de eerste plaats beseffen dat dit miniatuurwereldbeeld een historisch beeld laat zien. De kerststal toont ons namelijk precies het moment dat de fabelwereld uit de betovering ontwaakt en de geschiedenis binnentreedt.
In de antieke inwijdingsriten stond de mystieke ervaring centraal, en de enige manier waarop de fabel zich van alle mystiek kon losmaken was door deze riten af te schaffen en te transformeren tot betovering. Ook in de fabel zijn de schepselen onderworpen aan de beproevingen van inwijdingsceremonieën en de stilte van de Mysteriën, maar ze ervaren die niet als zodanig. Met andere woorden: ze ondergaan de beproeving als ware het een betovering. Beheksing, en niet het deelheb ben aan geheime kennis, ontneemt het fabelwezen zijn spraak. Deze beheksing is weliswaar een onttovering van het mysterie, maar moet net zo goed worden verbroken en overwonnen. Dat wat tot fabula muta1 (het compacte oxymoron waarmee een personage uit Petronius’ Satyricon de stomheid van de religies van de late Oudheid typeert) is gemaakt, moet het spraakvermogen hervinden, en daarom wordt in de fabel de betoverde mens met stomheid geslagen, terwijl de betoverde natuur daarin juist het woord neemt. Met deze verwisseling van spraak en stilte, van geschiedenis en natuur, profeteert de fabel dus zijn eigen onttovering in de geschiedenis.
De kerststal betrapt de fabelwereld op het Messiaanse ogenblik van die overgang naar geschiedenis. Vandaar dat de dieren, die in de fabel de pure en stomme taal van de natuur hadden ingeruild voor spraak, nu stom zijn. Volgens een oude legende verkrijgen de dieren in de kerstnacht voor korte tijd het spraakver mogen: in deze legende verschijnen de betoverde fabeldieren voor het laatst, alvorens voorgoed terug te keren tot de staat waarin zij slechts beschikken over de stomme taal van de natuur. De intrede van de os en de ezel in de iconografie van de kerstvoorstelling hebben we te danken aan het kerstverhaal in de apocriefe pseudo Mattheus, waarin verteld wordt dat de os en de ezel het kind aanba den en aldus de voorspelling van Jesaja 1:3 (‘de os kent zijn meester en de ezel de kribbe van de Heer’) in vervulling lieten gaan. In een van de vroeg ste beschrijvingen van het kersttafereel stelt de heilige Ambrosius het ‘sprekende’ geween van het goddelijk kind tegenover het stille loeien van de os die zijn Heer her kent. Objecten die onder de betovering waren bezield en vreemd gemaakt, zijn nu teruggekeerd tot de onschuld van het anorganische en staan naast de mens als volgzame werktuigen en vertrouwde huisraad. De sprekende hanen, mieren en vogels, de gans met de gouden eieren, de ezel die geld poept, de tafel die zichzelf dekt en de stok die slaat op bevel: dit alles moet door de kerststal uit zijn betovering worden bevrijd. Als voedsel, koopwaar of gereedschap oftewel in hun nederige staat van handelswaar zien we natuur en anorganische objecten gebundeld in marktkraampjes, uitgestald op tafels in herbergen (de herberg, in fabels altijd een onzalig oord, staat hier voor warmte en geborgenheid) of hangend aan de zoldering van de provisiekamers.
Ook de mens, die door de betovering van de fabel was ontdaan van zijn economische functie, geeft zich daar nu weer aan over met een exemplarisch gebaar: het beslissende gebaar dat de menselijke wereld van de kerststal scheidt van die van de fabel. Terwijl de fabel een en al dubbel zinnige wet en magie is die veroordeelt of vergeeft, verbiedt of gedoogt, betovert of onttovert, of die met duistere en ongrijpbaar strenge astrologische decanaten en figuren de keten bekrachtigt van het noodlot dat alle schepselen aan zich bindt, is in de kerststal de mens weer teruggegeven aan de eenduidigheid en transparantie van zijn historische gebaar. Kleermakers en houthakkers, herders en boeren, groentemannen en slagers, jagers en herbergiers, verkopers van geroosterde kastanjes en water: heel het profane universum van de markt en de straat doet zijn intrede in de geschiedenis in een gebaar dat afkomstig is uit de prehistorische diepten van de wereld die Bachofen omschreef als ‘etherisch’, en die in de verhalen van Kafka een korte opleving beleefde. Je zou kunnen zeggen dat de miasmatische droomwereld van de fabel het medium is tussen de Mysteriën van de hiërofanten en het historische gebaar van de kerststal.

Hieronder de eerste alinea's van de bijdrage van Olivia Mattis aan de bundel essays over Edgar Varèse, die centraal stond in het Holland Festival van 2009
In 1921, net toen Edgard Varèse en Carlos Salzedo bezig waren met de oprichting van het International Composers’ Guild (‘nieuwe oren voor nieuwe muziek’), bracht Albert Einstein, vier jaar ouder dan Varèse, zijn eerste bezoek aan de Verenigde Staten. Het jaar daarop, in 1922, kwam de Engelse vertaling uit van Tertium Organum: A Key to the Enigmas of the World van de Russische mystiek filosoof Pjotr Uspenskij, een boek dat door Varèse’s echtegenote Louise werd beschreven als ‘het boek van de dag, een onthullende beststeller onder intellectuelen´. In hun respectieve disciplines - natuurwetenschap en filosofie – waren zowel Einstein als Uspenskij fervente aanhangers van het concept van de vierde dimensie als een verborgen, onzichtbaar aspect van de fysieke werkelijkheid. En precies in die periode, in 1922, was Varèse begonnen aan een nieuwe compositie voor houtblazers, koperblazers, slagwerk en brandweersirene. Hij besloot zijn werk te vernoemen naar een geometrische figuur van vier of meer dimensies: Hyperprism.
Dit werk bracht bij de première een rel teweeg: ‘Aan Edgard Varèse (en alleen aan hem) was de eer de kalmte van een sabbatavond aan gruzelementen te slaan, vreedzame muziekliefhebbers zover te krijgen dat ze hun ontzetting uitschreeuwden, boze emoties op te wekken en mensen te verleiden achterin de concertzaal elkaars gezichten als pauken te bespelen,’ zo rapporteerde een recensent. ‘Dit is een grote triomf. De naam van Varèse zal de muziekgeschiedenis ingaan als de man die iets in beweging heeft gezet.’ De vierde dimensie werd een populair thema in zowel de literatuur als de schilderkunst. In Christus Hypercubus schildert Salvador Dali de Christusfiguur hangend aan een ‘mozaïek’ van acht individuele kubussen, waarvan de voorvlakken zijn geplaatst in de kruisvorm van een opengevouwen kubus.
Anderen over mijn vertaalwerk
Moving
'Wow, the translation is so beautiful. I haven't been able to go over everything but it is so moving.'
Zeer goed leesbaar
‘Over de vertaling niets dan lof. Prachtig Nederlands, zeer goed leesbaar’
Knap
'Had ik je al laten weten dat ik je vertaling van Agamben buitengewoon knap en goed vind?'
Rijke taal
‘De vertaling is ronduit schitterend. Geen spoor van Engelse zinsconstructies, een rijke taal.'
Plezier om te lezen
‘Wat een bijzonder mooie en precieze vertaling heb je daarvan gemaakt, werkelijk een groot plezier om te lezen.'
Vloeiend Nederlands
'Galilei's glanzende volzinnen werden door de vertaalster in even zo vloeiend Nederlands omgezet.'
Interessant
'Heel fijn en interessant om te lezen waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt.'
Superieur
'Alles werkelijk superieur vertaald. Loopt als een trein, feest om te lezen.'
De beste
‘You are the best translator I’ve been working with so far.’